betekenisvol leren

betekenisvol leren
de echte werkelijkheid in de school

maandag 13 mei 2013

de verteltafel



Al een aantal malen is de verteltafel in één van mijn stukjes ter sprake geweest.
Wat houdt een verteltafel precies in en hoe zet je die op.
 
Op een verteltafel wordt een boek driedimensionaal in beeld gebracht.
Vertellend bezig zijn met een verhaal of prentenboek is een effectieve manier om jonge lezers te interesseren voor (onbekende) boeken.
De verteltafel komt tegemoet aan de behoefte van kinderen om spelend en handelend bezig te zijn en zo nieuwe dingen te leren.
De verteltafel ligt bij ons altijd in het verlengde van ons thema.
De keuze van een boek voor de verteltafel is  heel belangrijk.
Het boek moet voldoende houvast geven om het op te bouwen.
Let  bij de keuze voor een boek voor de verteltafel op de volgende aspecten:
- goede illustraties
- niet te ingewikkelde taal
- is het een boeiend verhaal met een leuk plot
- is/ zijn de plaats of plaatsen van handeling over te zetten in een verteltafel
- zijn de handelingen uitvoerbaar
- is er aanleiding tot interactie
- geeft het boek wat je kiest ook mogelijkheden om het thema te verrijken en te verbreden.
 
Zo hebben wij bij het thema post het prentenboek "een belangrijk bericht" gebruikt voor de verteltafel.
Dat is een boek geschikt voor groep 4.
 
Hoe introduceer je het boek?
Dat kan door interactief voorlezen.
Het kan ook zijn dat je vooraf al wat materiaal voor de verteltafel hebt die je bij het voorlezen gebruikt.
Of door een brief, die verwijst naar het boek.
 
De opbouw van de verteltafel doe je samen met de leerlingen.
De kinderen werken aan de inrichting van de verteltafel door decors te maken voor de verschillende verhaalfragmenten en attributen die nodig zijn om het verhaal te kunnen uitspelen.
Wat we nodig hebben bespreek ik in kleine kring. Hiervoor heb ik een werkblad waarop aangegeven staat wat we nodig hebben, wat er al is of wat er gemaakt moet worden.
Vanuit dit overzicht worden dan de taken verdeeld wie wat gaat doen.
 
Het boek "een belangrijk bericht" is ook een boek die je goed kan gebruiken om het thema "post" te verbreden. De dienaar van de koning kwam langs allerlei landschappen die we nader bekeken en onderzocht hebben d.m.v. filmpjes en expert lezen.
Op deze manier wordt het boek niet alleen ingezet bij de verteltafel maar ook bij andere activiteiten van het thema.
 
Samen bouw je de verteltafel op. De leerkracht speelt alle rollen van het verhaal. Of laat kinderen het verhaal mee spelen. De leerkracht leest/vertelt en de kinderen voeren de handelingen uit.
De leerkracht neemt dus eerst het grootste deel van het spel voor haar rekening. Steeds meer geeft ze stukjes uit handen en speelt steeds minder voor maar wordt regisseur en schakel tussen spelers en verhaal.
Steeds meer kunnen kinderen zelf het lezen, vertellen en de rollen overnemen.
In groep 4 kunnen kinderen al snel het verhaal zelf lezen.
Een verteltafel met een eenvoudig verhaal voor begin groep 3 is Slokkebrok, de reuzenslang. Bij het thema "de dierentuin".
Lars, de ijsbeer, is ook een boek die je goed voor de verteltafel kunt gebruiken.
De verteltafel kan ook als eindpresentatie naar ouders getoond worden.
 
Tot slot:
Ga bij het werken met de verteltafel altijd uit van de 5 impulsen:
1. gezamenlijke oriëntatie
2. structureren en verdiepen van activiteiten
3. verbreden van activiteiten
4. toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden
5. reflecteren op de activiteit.
 

maandag 8 april 2013

sova en de boekenkring

De boekenkring is een middel om boeken te introduceren bij het thema, het is een middel om leerlingen te motiveren boeken te gaan lezen. Het is ook een middel om een gesprek te starten over een bepaald onderwerp.
Zo gebruikte ik het boek `klein-mannetje helpt een vriend"  om het onderwerp "iemand helpen" bespreekbaar te maken.

Dit boek past ook binnen het thema omdat het over een briefje in een fles gaat, die klein-mannetje en kikker vinden.
Ik startte de kring met heel veel verschillende soorten boeken die allemaal bij het thema pasten. Informatieve boeken, prentenboeken, leesboeken.
We bespraken waarom deze boeken nu hier op tafel lagen. En of er verschil tussen de boeken was.
Daarna koos ik het boek "klein-mannetje helpt een vriend" om verder mee aan de slag te gaan.


Sociale vaardigheden ontwikkelen met behulp van een boek.
In eerste instantie bespraken we de voorkant van het boek en de titel: wie en hoe zou klein-mannetje dan helpen.
In tweetallen werd deze vraag besproken. Er wordt dan ook een beroep gedaan op samen overleggen en je fantasie gebruiken.

Vervolgens las ik een stukje uit het boek voor dat "konijn" geholpen moest worden. Weer bedachten we in tweetallen wat er dan met konijn gebeurt zou kunnen zijn.
Heel leuk om te horen met wat voor ideeën de kinderen dan komen.
Dan lees ik wat er met konijn aan de hand is en bedenken we hoe er geholpen kan worden.

Tot slot trekken we het thema "elkaar helpen" door naar onze eigen groep. Hoe zouden wij in de klas elkaar kunnen helpen? Wanneer en hoe doe je dat dan?
Tips en ideeën worden besproken en opgeschreven op de fles. Deze flessenpost hangen we op, zodat we steeds kunnen zien hoe we elkaar kunnen helpen.

Aan het eind van de dag, kun je hier op terug komen door te vragen of er iemand is die geholpen heeft of dat iemand geholpen is.
Zo was er 1 meisje die een ander meisje hielp door haar skeelers te "delen". Een ander mocht ook even met haar skeelers. Er worden complimenten uitgedeeld om te laten weten hoe fijn het is als je iets voor een ander doet.
Op deze manier stimuleer je een positieve omgang met elkaar.

Na het bespreken van het boek gaan we lezen. Het onder de aandacht brengen van boeken bij de leerlingen is een enorme stimulans en motivatie om een boek te pakken. De boeken die op de tafel staan wil iedereen wel lezen.

Een tip die wij weer doorkregen was om van de besproken boeken een kopie van de voorkant in de klas op te hangen. Zo blijven de besproken boeken bij de kinderen in beeld. In de leeshoek hangt nu al een heel rijtje kopieën en de boeken staan op de kast erbij. Ze worden graag door de kinderen gepakt om te lezen.



dinsdag 2 april 2013

nogmaals de boekenkring


De boekenkring is een gezamenlijke activiteit met de groep waarin boeken worden gepresenteerd, stukjes uit het boek worden voorgelezen en besproken.

Het gaat er bij de boekenkring vooral om kinderen te motiveren tot lezen.
Daarbij komt ook het introduceren van nieuwe boeken en kennismaken met verschillende soorten boeken aan bod.

De boekenkring kan een activiteit zijn waarbij de leerkracht lessen verbindt over aspecten van goed leesgedrag.
Denk daarbij aan:
- gebruik maken van illustraties, titels en kopjes
- voorspellingen doen over gebeurtenissen en het verdere verloop van het verhaal
- verbindingen maken met eigen kennis en ervaringen
- terughalen van elementen uit de tekst.
- woordenschat uitbreiding door aandacht voor moeilijke, nieuwe woorden.

boeken die in de boekenkring aan de orde komen, kunnen ook het begin worden van een nieuw onderzoek of een opstap zijn om andere boeken te lezen over hetzelfde thema of op zoek gaan naar boeken van dezelfde schrijver.

Tijdens de boekenkring kun je ook gebruik maken van tweetallen gesprekjes om een vraag te beantwoorden of met elkaar van gedachten te wisselen.
bijvoorbeeld:
vertel elkaar wat je vindt:
- van dit fragment
- over de rol die de  hoofdpersoon vervult.
- over het karakter van de hoofdpersoon.
of
vertel elkaar wat je nu weet:
- waar het verhaal zich afspeelt
-wanneer de gebeurtenissen zich afspelen

Na de tweetalgesprekjes kan in de kring gerapporteerd worden door enkele leerlingen wat zij ervan vinden.

het boek "post voor een zeemeid" hebben we zo besproken

Post voor een zeemeid:
gesproken over wat is flessenpost.
Ik had een fles met een brief erin bij me.
die brief hebben we bekeken en daarna gingen we het boek Post voor een zeemeid lezen.
Het boek startte met het feit dat Floor zich verveelde.
In het tweetalgesprek gingen we praten over vervelen: verveel je je wel eens en wat doe je dan.
Terugkoppelen in de kring
Daarna een gedeelte gelezen over de post die Floor in de fles krijgt
Tweetal gesprek over: kan dat en wie zou die brieven nu schrijven.
Laatste stukje voorgelezen over een wens in de fles stoppen.
Ieder schrijft zijn eigen wens op een fles als afsluiting van de boekenkring.
Daarna gaan we lezen.

Een idee voor stillezen is "gekke plekken lezen".
Kinderen mogen dan zelf een lekker plekje in de klas uitkiezen waar ze willen gaan zitten om stil te lezen. Bijvoorbeeld op de stoel van de juf, op de tafel achter het bord, op een kussen tegen de verwarming. Een eigen gekozen plekje waar niemand je mag/kan storen.
Kinderen vinden het prachtig om zo te lezen. Een geweldige motivatie om te gaan lezen.
















In die tijd kun je zelf leerlingen begeleiden met lezen.

Belangrijk bij het houden van een boekenkring:
1. welk doel wil je bereiken met het bespreken van een gekozen boek in de boekenkring
             vanuit de cirkel van basisontwikkeling kan dat "nieuwsgierig" of de "wereld verkennen" zijn.
             vanuit het vierveldenmodel kan dat een technisch aspect zijn, woordenschat of begrip.
    Basisdoel voor alle activiteiten is de leerling te motiveren tot lezen.

2. bedenkt de juiste vragen: open vragen, oriënterende vragen: wie wat waar hoe

3  welke materialen kun je gebruiken: bv. een attribuut die bij het boek past of een kopie van de   
    voorkant of illustratie

4  welke vervolgactiviteit verbindt je aan de boekenkring: lezen, duolezen, verwerkingsactiviteit

dinsdag 19 maart 2013

combinatie verteltafel, expert lezen, tekst van de week

In groep 3-4 zijn we bezig met het thema `hoera, we worden uitgenodigd`.
Het thema startte met activiteiten rondom feest en uitnodigen.
In dit thema wilden we de verteltafel als activiteit goed uitwerken.
Hiervoor kozen we het boek `een belangrijk bericht` van Max Velthuis.
Dit boek is zeer geschikt om voor de verteltafel te gebruiken, maar ook zeer geschikt om te gebruiken voor verdieping. Zeker voor groep 4 is dat belangrijk om aan de interesses van de kinderen tegemoet te komen.
Met dit boek is het goed mogelijk de verteltafel, expert lezen en tekst van de week aan elkaar te koppelen.




We starten met de eerste bladzijde waar de koning een brief schrijft aan zijn vriend. In een tekst van de week wordt besproken wat de koning in zijn brief geschreven zou kunnen hebben. We bespreken dan ook hoe je een brief opzet. De brief komt bij de verteltafel te hangen rondom de eerste achtergrond poster. Deze tekst is een fantasie tekst. Hele diverse teksten worden zo geschreven waarin de koning zijn vriend ergens voor uitnodigt. Bv. zijn verjaardag, om een schat te zoeken, om extra brievenbussen te komen maken, om te logeren.


De dienaar gaat in het boek op reis om te kijken of de brief van de koning wel goed aan komt. Hiervoor reist hij langs allerlei verschillende landschappen.
Die landschappen gebruiken we om te verdiepen.
Want bij elk landschap dat gepasseerd wordt houden we een expert leesles en schrijven we een informatieve tekst over het landschap.

De opbouw van de lessen ziet er dan als volgt uit:
- we lezen het prentenboek en stoppen bij het landschap wat we willen uitwerken.
- we vragen de kinderen wat ze van dit landschap al weten en wat ze nog willen weten.
- we tonen filmpjes over het landschap en maken een woordweb.
- de kinderen krijgen een foto van het landschap en schrijven woorden op wat ze zien.
- de tekst over het landschap wordt gelezen en de belangrijke woorden worden opgezocht.
-de gelezen tekst wordt gepresenteerd aan de groep.

De tweede les brengen we de kinderen op verhaal
- met terugvragen wat ze nog weten over de tekst van expert lezen,
- we tonen de filmpjes opnieuw en ze schrijven in een format op wat ze belangrijk vinden om op te schrijven in hun tekst, te vertellen. (het format wie, wat, waar)
- er wordt besproken wat je op kan schrijven en de tekst wordt geschreven.

In de thematijd wordt het landschap geverfd wat bij het verhaal past.
Die achtergrondposters worden opgehangen. Andere belangrijke attributen die nodig zijn om het verhaal te kunnen spelen worden opgezocht of gemaakt.
















Op deze manier zijn nu het oerwoud en de bergen aan bod gekomen. De woestijn, de oceaan en Amerika komen zo ook nog aan bod.
Deze manier van werken bevalt goed. Het spel,  maar ook lezen en onderzoeken worden zo gecombineerd. De wereldbol komt erbij. De kinderen vinden het geweldig om die te bekijken en woorden (landen op te schrijven, die ze kennen).

maandag 11 februari 2013

het schrijven van allerlei soorten teksten

in groep 3-4 schrijven we elke week een tekst.
Die tekst heeft te maken met het thema waaraan we werken.
Er zijn veel soorten teksten. Elke soort tekst heeft zijn eigen kenmerken.
Zo zijn we de afgelopen tijd bezig geweest met informatieve teksten, fantasie (verhalende) teksten, stripverhalen en samenvattingen.

In het thema "ridders en kastelen" zijn het vooral de informatieve teksten die we geschreven hebben (zie hiervoor ook het bericht "zelf boeken maken met groep 3).



Verhalende teksten zijn teksten waar een beroep op de fantasie, de creativiteit van het kind wordt gedaan.
Zo'n tekst schrijven we regelmatig nav een prentenboek of nav een eigen ervaring.
Bijvoorbeeld een prentenboek als "de ridderprinses" nodigt uit om te fantaseren, te bedenken wat het kind zelf zou willen doen en hoe het er wil uitzien als hij/zij zelf een ridder was.
Of droomverhalen als je "droomverjaardag" lokken ook uit te fantaseren. Hoe ziet jouw mooiste, fijnste verjaardag eruit?

Samenvattingen schrijven doen we regelmatig nav een film of ook een prentenboek.
De kunst bij het samenvatten is zo kort mogelijk beschrijven wat je gezien of gehoord hebt. Ter ondersteuning gebruiken we dan vaak nog plaatjes die helpen om een lijn in de samenvatting aan te brengen. Wat is de start, het midden en het eind van het verhaal?

 

En bij stripverhalen gaat het om het schrijven van spreekteksten. En het gebruiken van uitroepen, uitroeptekens, vraagtekens.
We zijn het maken van stripverhalen opgestart door een verhaal in stukken voor te lezen en van elk stukje verhaal een plaatje te tekenen. Het verhaal wat ik in stukjes had voorgelezen was van ridder Ewout, die een ridderproef moest uitvoeren om een echte ridder te worden.






De tweede vorm was naar aanleiding van het filmpje van huisje boompje beestje "mijn verjaardag"' de plaatjes in de goede volgorde te plakken en er spreekteksten bij te schrijven.


Bij alle teksten, die geschreven worden gaan we steeds uit van 3 woorden: wie , wat, waar.

.
wie zie je?
wat zijn ze aan het doen?
waar zijn ze?
Aan de hand van deze kernwoorden wordt elke tekst opgebouwd.
En aan de hand van de woorden die erbij geschreven worden, kunnen zinnen geformuleerd worden.