betekenisvol leren

betekenisvol leren
de echte werkelijkheid in de school

vrijdag 30 september 2011

week 7 verteltafel en boekenkring

Vol verwachting zitten iedere morgen 2 leerlingen klaar om de reservering van een ouder te noteren in het reserveerboek. Er zijn al heel wat reserveringen gemaakt. De kinderen zijn druk bezig met het schrijven van een rondleiding en oefenen in de thema hoek als oppasser/gids.

Als leerkrachten hebben we het druk met het goed verdelen van de aandacht bij de verschillende begeleidingen. Zo is er de begeleiding van de kleine kring 's ochtends, waar de rondleiding geschreven wordt. Het begeleiden van het spel in de thema hoek 'smiddags. En dan willen we eigenlijk ook nog dat de verteltafel goed tot zijn recht komt. Je hebt het gevoel dat je dan overal tegelijk moet zijn.

De verteltafel is vol enthousiasme opgezet in week 4 en daarna is het spelen met de verteltafel gestopt.
Toch vind ik het belangrijk om de verteltafel te gebruiken. Door boekverhalen te spelen gaan kinderen begrijpen dat er zoiets als boekentaal bestaat en dat verhalen op een bepaalde manier worden opgebouwd. In Slokkebrok rijmen de zinnen zodat ze al gauw een zin kunnen aanvullen. Ook ben ik dan in staat om te observeren in hoeverre een kind een verhaal kan naspelen en navertellen.

Om kinderen weer te interesseren voor de verteltafel besloot ik  het boek van Slokkebrok opnieuw in de kring voor te lezen en te laten uitspelen. Samen een verhaal spelen verbindt.


De opbouw van het meespelen is als volgt:
- je speelt het verhaal voor en neemt alle rollen voor je rekening (je staat model)
- je vertelt/leest de teksten en het kind (de kinderen) voeren met de attributen de handelingen uit. (vaak spreken ze de tekst dan al mee)
- jij neemt een rol voor je rekening en het kind (de kinderen) spreken de dialogen/teksten uit het boek; jij spreekt de verbindende teksten
- de kinderen spelen alle rollen en dialogen zelf met de verbindende teksten.

Slokkebrok is een eenvoudig boek. De rolverdeling is dan dat de één uitspeelt wat de ander vertelt.

Deze week is ook spontaan door de inbreng van een kind de "boekenkring" opgestart.
1 kind wilde heel graag een bladzijde uit zijn leesboek voorlezen. Dat greep ik aan om de "boekenkring"  op te starten. Het boek wordt aan de klas vertoont. Er wordt vertelt waar het boek over gaat, hoe het kind het boek vindt en dan leest hij een stukje voor. Meteen waren er nog meer kinderen die ook over hun boek wilden vertellen en voorlezen. We maken een lijstje zodat iedereen een keer aan de beurt komt. Het stimuleert het lezen enorm. Kinderen oefenen de bladzijde die ze gaan voorlezen heel goed van te voren.
De "boekenkring" wil ik een vast onderdeel van de week maken. Die tijd gebruik ik dan ook om verhalen die met magneetletters gemaakt zijn door kinderen samen te lezen.


Door expert lezen zijn er etenstijden bij de dierentuin voor de verschillende dieren gekomen. (impuls 4) Jeanine is bezig geweest om klokken te maken met de kinderen waarop de voedertijden stonden en een lijst voor in de keuken waar in volgorde de te voeren dieren opstaan met de tijd en het voer dat ze moeten hebben. Hiermee worden ook de activiteiten weer verdiept.

vrijdag 23 september 2011

week 6: het spel in de thema hoek

Een rustige week waarin we verder het spel in de themahoek hebben begeleid naast alle taalactiviteiten. Hiervoor gebruikten we de logboekplanning uit Horeb. We willen kijken in hoeverre kinderen interactief kunnen samenspelen en of er al sprake is van een echte rollendialoog. Om dit te weten te komen observeerden we de kinderen en speelden we ook mee. Meespelen biedt de mogelijkheid om handelingen toe te voegen. Bv. doorlopen bij de kassa zonder te betalen. Ook kunnen kinderen tijdens het spel handelingen toevoegen. bv. vertellen dat er jonkies zijn geboren bij de beren, die ze dan gaan voeren.
Tijdens de observatie zagen we dat kinderen veel steun hebben aan het spelscript. Hier staat met foto en tekst de taak van de oppasser beschreven. (zie foto vorige week) Ook merkten we dat kinderen soms nog niet helemaal wisten wat er precies van hen verwacht werd in het rollenspel. Welke rollentaal gebruik je eigenlijk. Wat zeg je als bij de kassa zit, wat zeg je als je een rondleiding geeft en wat zeg je als de rondleiding is afgelopen.
Daarom besloten Jeanine en ik om samen het spel in de themahoek voor te spelen.
Van "voordoen komt nadoen", merkten we.  Op deze manier wordt er kinderen een beeld aangereikt hoe ze het spel kunnen spelen. Bij het voordoen had Jeanine ook een papier in haar hand waar wat informatie over dieren op stond die ze bij de rondleiding gebruikte. Dit stimuleerde de kinderen om ook een rondleiding te schrijven. Door oppasser te zijn zien ze dat geschreven taal gebruikt kan worden om de activiteit nog betekenisvoller te maken. Wat nog niet zo naar voren komt in het spel bij de dierentuin zijn schrijfactiviteiten tijdens en in het spel zelf. In een volgend thema zouden we hier meer op kunnen letten. Nu zijn veel schrijfactiviteiten vooraf gegaan aan het spel, zoals het maken van informatie bordjes, een rondleiding, taakbriefjes.
Wel zijn er rekenactiviteiten in het spel verwerkt bij het betalen van de entree en het kopen in het winkeltje.
Tijdens een kringgesprek werd er besproken of de dierentuin alleen door onze eigen leerlingen uit de klas bezocht mocht worden. Dat gaf heel wat reacties. Vaders en moeders mochten ook komen kijken.
Die moeten uitgenodigd worden en ze moeten dan een rondleiding krijgen van hun eigen kind.
Deze nieuwe uitdaging geeft ook een extra dimensie aan het spel, want nu is het spel oefenen voor het bezoek van papa en mama aan de dierentuin.
Tijdens het gesprek werd ook gezegd dat niet iedereen tegelijk kan komen. Er moest een lijst komen waarop de vaders en moeders hun naam kunnen schrijven. Hiermee komen meteen weer heel wat schrijfactiviteiten aan bod: een uitnodiging maken, de rondleiding schrijven, de lijst maken waar ouders zich kunnen opgeven. De kinderen zijn erg enthousiast.  Volgende week mogen iedere ochtend 2 kinderen klaar zitten bij de kassa van de dierentuin om ouders in te schrijven voor de rondleiding.
Hiermee verbreden we de activiteit en werken we echt naar een einddoel.

Naast het spel, het lezen en het schrijven zijn we ook creatief bezig geweest. Een opdracht om het oceanium mooi te maken met een "zee van water". Ik noemde het "kunst" wat we gingen doen. Eigenlijk was het ook het oefenen van schrijfbewegingen in een tekening. Al spelender wijs zijn ze zo met motorische oefeningen bezig. Zelfs motorisch zwakke kinderen vonden het leuk om zo'n tekening te maken.

vrijdag 16 september 2011

week 5: expert lezen en spelscript

Deze week hebben we ons vooral geconcentreerd op het expert lezen en het spel in de themahoek.

Bij het lezen en schrijven gaat het om activiteiten die zich in vier delen verbonden aan elkaar afspelen. Dat zie je in expert lezen heel goed terug. Die vier delen zijn: motivatie, begrip, woordenschat en techniek. Kinderen zijn gemotiveerd (M) om een antwoord op hun vraag te zoeken. door nieuwe strategieen aan te leren als sleutelwoorden onderstrepen, wordt hun begrip (B) van de tekst groter. Door nieuwe woorden in de tekst wordt hun woordenschat (W) uitgebreid en ze trainen een technische vaardigheid (T)
We vroegen ons eerst af of we niet te snel aan expert lezen zouden gaan beginnen omdat we nog weinig echte lezers hebben. Toch startte Jeanine dinsdag met 3 eenvoudige teksten naar aanleiding van het bezoek aan de dierentuin. De teksten bevatten een aantal nieuwe woorden, maar er kwamen ook veel bekende woorden in voor. De strategie van het onderstrepen van "sleutelwoorden" werd besproken. De kinderen werkten in tweetallen. (zie voor de opbouw van een les expert lezen ook het bericht "expert lezen"). Als alle kinderen hun tekst hebben gelezen presenteren een aantal tweetallen aan de klas wat ze nu eigenlijk te weten zijn gekomen na het lezen van hun tekst. Het is mooi om te horen dat ieder tweetal wel iets over hun eigen tekst kan vertellen. Ze zijn echte experts geworden en met elkaar worden we nu door het presenteren 'expert' van alle drie de teksten.
Hoe belangrijk is het om hoge verwachtingen te hebben....de kinderen vonden het geweldig zo samen een tekst te lezen en te vertellen wat ze gelezen hadden.
Later in de week kon ik hierop verder werken door 2 antwoorden van vragen over dolfijnen (van de vragenwand) in een tekst te verwerken. Deze tekst bevatte meer en moeilijkere woorden dan de eerste tekst. Maar ook hier kwamen de kinderen samen goed uit. In een community of learning komen ze samen echt heel ver met het lezen van een tekst.
Bij het expert lezen is gebruik gemaakt van de 4 stappen methodiek voor het lezen:
- orientatie en gemeenschappelijke basis leggen
- inzoomen op de illustratie en tekst
-tekst lezen (sleutelwoorden onderstrepen)
-reflectie, evaluatie, presentatie en waardering

Daarnaast hebben we ons eveneens beziggehouden met observaties in de thema hoek. Bij de brede ontwikkeling van het rollenspel letten we vooral op: actief zijn, initiatief nemen en plannen maken en het samenspelen en samen werken.
Verder is voor ons ook het taal-denken in het rollenspel belangrijk en wilden we door als bezoeker van de dierentuin mee te spelen kijken of de kinderen zich konden inleven in de rol van oppasser die vertelt over zijn werk. Om kinderen voor te bereiden op de rol die ze gaan spelen hebben we met de kinderen een spelscript gemaakt van de rol van oppasser als ondersteuning.
 
Als bezoeker wilde ik ook een nieuwe handelingsmogelijkheid toevoegen (impuls 4) nl. iets kopen in de winkel. De winkel was er al wel maar er stond nog niet veel in wat je kon kopen en ook niet wat het kostte. Dan komt de brede ontwikkeling en de taal-denk ontwikkeling goed naar voren als je ziet hoe kinderen meteen aan de slag gaan om prijskaartjes te maken en een bordje met winkel erop schrijven.

De vervolgactiviteit was dat de 2 oppassers waar ik bij op bezoek geweest ben 2 andere bezoekers kregen: kinderen uit de klas. Zo kunnen wij ook zien of ze zich zonder onze tussenkomst kunnen blijven inleven in de rol van oppasser. Op deze manier zijn de kinderen druk bezig met geld rekenen (aan de kassa moet tenslotte eerst een kaartje gekocht worden en in de winkel) verzorgen van de dieren en een rondleiding geven.
Ook impuls 5 (reflecteren op de activiteit) komt dan na afloop aan de orde door te vragen of aan de bezoekers of ze een rondleiding gekregen hebben, wat ze gehoord hebben. Maar ook hoor je dan wanneer een oppasser uit zijn rol valt (bv. geld uitdelen in de dierentuin), waar je weer op in kan haken. Kinderen die bezoeker zijn geweest, kunnen dan de volgende keer oppasser zijn.

Komende week gaan we deze spelactiviteit continueren.
De verteltafel is ook klaar. Samen met 2 kinderen hebben we die gespeeld. Ook hier kunnen we komende week verder mee aan de slag.

vrijdag 9 september 2011

week 4 in groep 3


Dinsdag is het dan zover! We hebben zoveel over de dieren( tuin) gesproken, geschreven en in de themahoek opgebouwd dat het tijd wordt om eens in een echte dierentuin te gaan kijken. We gaan niet alleen om alle dieren te bekijken want wie weet... vinden we ook nog antwoorden op onze vragen van  de vragenwand (ja! want we zagen nu waarom de giraf een lange nek heeft: dan kan hij goed bij de blaadjes aan de boom) en we kunnen meteen kijken of er nog iets is wat in de dierentuin heel belangrijk is maar wat wij nog niet hebben. Het weer was niet warm maar daardoor was het heel rustig in de dierentuin en hadden we alle tijd om alles rustig te bekijken. al gauw merkten de kinderen dat als ze ergens heen wilden ze door de aanwijsborden in het park goed de weg konden vinden. Die hebben we nog niet in onze dierentuin en moet er zeker komen. Ook zagen we oppassers aan het werk. Goed opletten wat ze allemaal doen! Vol met verhalen en nieuwe plannen kwamen we 's middags op school terug. De verhalen verwerkten we in de tekst van de week. En de plannen werden besproken.

Er moesten nog naambordjes bij de hokken, want die waren er nog niet. Er moest een lijst komen waarop stond wat de oppasser doet. Er moesten wegwijzers komen. Bij de kassa moest staan hoeveel het kost om naar de dierentuin te gaan en er moesten entreekaartjes komen. De dierentuin moest nog een naam hebben.                      
De kinderen gingen aan de slag. er wordt een prachtige takenlijst gemaakt en  gepresenteerd aan de groep, zodat iedereen kon horen en zien wat een oppasser doet. Daarna wordt de lijst in de keuken van de dierentuin opgehangen.
Dat kwam later goed van pas, want nu kunnen de oppassers aan het werk. 2 kinderen zijn de oppassers. Bij het begeleiden van het spel vroeg ik wat ze waren en hoe ik dat kon zien. Ze waren oppassers maar dat kon ik niet zien want ze hadden geen werkjas! Maar daar kwam  de oplossing: hij had een oude jagersjas en dat was ook een werkjas. hij hing aan de kapstok en kon hem wel even halen. Uitgebreid werden alle zakken getoond die er in de jas zaten en hij trok hem aan. Nu zijn ze echte oppassers. Maar wat doe je dan als je oppasser bent? In  de keuken bekeken we de lijst die was gemaakt. Wat fijn dat je zo kon zien, wat je moet doen! eten pakken! "vlees" voor de leeuwen. We deden net of de kastantjes in het bakje "vlees" was. Er wordt  wel een kaartje geschreven met "vlees" erop zodat de volgende oppasser ook weet dat er in dat bakje vlees zit.
Wat geweldig om te zien hoe trots kinderen dan zijn op wat ze doen!
De volgende dag kwam één van de kinderen met een goed idee. Hij had een leeg blaadje bij zich en hij vertelde dat dit blaadje was om op te schrijven wie de bezoeker in de dierentuin mag zijn. Zo komt iedereen een keer aan de beurt. Hiermee voegt hij zelf nieuwe handelingsmogelijkheden toe (impuls 4) aan ons spel die we goed kunnen gebruiken. De prijslijst is er, de entreekaartjes zijn er, geld is er. Dus er kan een bezoeker bij de kassa komen!

Daarnaast is er ook een begin gemaakt met de materialen voor de verteltafel. 2 kinderen zijn bezig een achtergrond voor het boek Slokkebrok te maken. En 2 kinderen plakken de dieren die in het boek voorkomen op een klein rolletje. We maken de dieren niet helemaal zelf omdat dat veel tijd vraagt en we met de verteltafel aan de slag willen. De achterkant van de rolletjes zijn nog kaal. daar moeten kaartjes komen met de namen van de dieren. Een goede leerling kan de woorden typen. Dan kunnen we met zwakke kinderen de verteltafel met plaatjes doen en met de goede kinderen kunnen we de verteltafel met woorden uitvoeren.Hiermee willen we de activiteit verdiepen.

Tot slot willen we ook de ouders op de hoogte houden van alles wat we doen. Ze mogen altijd in de klas komen kijken of in de thema hoek. Ook hebben we buiten de klas een fotowand met tekst waar de activiteiten van het thema beschreven worden.

Voor volgende week ga ik me verder richten op het begeleiden van het spel in de spelhoek. Hiervoor wil ik een logboekplanning  maken  in Horeb. Ook willen we een spelscript met de kinderen maken als ondersteuning van het spel.

vrijdag 2 september 2011

week 3 in groep 3


Van verschillende kanten hoor ik dat ze mijn verhaal van de eerste 2 schoolweken gelezen hebben.
Natuurlijk vind ik dat harstikke leuk (k schrijf tenslotte niet alleen voor mezelf). Aan de andere kant voel ik ineens wel wat druk.... vandaar dit bord "werk in uitvoering". Hiermee wil ik aangeven dat ik nog steeds in een leerproces zit. Waarbij ik elke keer weer nieuwe dingen ontdek of uit probeer. Maar waar dus ook wel eens wat fout kan gaan of dingen vergeet te doen. Door mijn activiteiten in groep 3 te beschrijven ben ik wel veel bewuster bezig. Overdenk ik veel meer wat ik ga doen en wat ik heb gedaan. Hiermee krijg ik de fasen binnen een thema en het gebruik van de 5 impulsen veel helderder.
In dit leerproces sta ik ook open voor tips. Geef ze door, deel ze met me. Daar ben ik blij mee.

Stond week 1 en 2 met name in het teken van de startactiviteiten (fase 1) en de eerste impuls (gezamenlijke orientatie) , in week 3 zie je een verschuiving naar fase 2 en de 2e impuls structureren en verdiepen. Het inrichten van de hokken in de dierentuin is in volle gang. de kinderen zijn super enthousiast en maken geweldig mooie hokken voor de dieren.

Naar aanleiding van de eigen ervaringen hebben we met de kinderen een woordweb gemaakt met de vraag "wat weten we al"
Heel leuk was dat een leerling een dvd van Willem Wever (de leukste vragen over dieren en de natuur) had meegenomen. Die dvd sloot goed aan bij onze volgende activiteit "wat wil je weten"
Zeker in het begin van groep 3 is het voor kinderen niet makkelijk een vraag te formuleren. Nu konden ze een paar voorbeelden zien. Het formuleren van vragen is een nieuwe strategie en die konden we nu concreet laten zien. We gingen er ook op letten met welke woorden je een vraag begint: bv hoe of waarom. daarna gingen de kinderen in tweetallen overleggen of ze een vraag konden bedenken over iets wat je wil weten van een dier. Zowel mijn collega Jeanine als ik hebben die activiteit uitgevoerd.
Het resultaat is een heuse vragen wand. zie foto. De kinderen hebben enthousiast ook al veel boeken meegenomen. Die kunnen we vast goed gebruiken om antwoorden op onze vragen te vinden.




Als vaste activiteit in het lees/schrijfuur is "tekst van de week" (zie hiervoor ook bericht "tekst van de week")opgenomen. Ook al is het leesproces nog maar heel kort opgestart, toch willen we al meteen met deze activiteit beginnen. In de afgelopen weken hebben we al verschillende woorden aangeboden zoals de aap, loop, eet, tak, koop, jip, het dier, een vis. De tekst van de week biedt mogelijkheden om de woordenschat uit te breiden. Het biedt ook de mogelijkheid aan kinderen die al meer kunnen op hun eigen niveau aan het schrijven te gaan.
Als onderwerp voor de tekst van de week gebruik ik het prentenboek "de mooiste vis van de zee".
digitaal lees ik het prentenboek voor. In tweetallen denken de kinderen na over woorden die goed bij het verhaal passen. De woorden worden nu nog niet door de kinderen opgeschreven, in een later stadium gaan we dat wel doen. Nu worden de woorden in een woordweb op het bord geschreven.
Ook bespreken we welke zin je bij het prentenboek kan maken. Een voorbeeld zin komt ook op het bord. Dan gaan de kinderen zelf aan de slag. Het is leuk om te zien hoe kinderen al zelf met de letterkennis die ze hebben nieuwe woorden gaan opschrijven. In een kleine kring begeleiden we tijdens het schrijven 2 leerlingen. Zwakke leerlingen kunnen we zo weer op verhaal brengen en helpen een zin te formuleren. Omdat we het woord vis al aangeboden hadden kunnen deze kinderen een zin laten starten met "de vis ......eet, zwemt, deelt"(woorden die ook in het woordweb stonden)  Het is zo super om te zien hoe enthousiast kinderen aan het schrijven zijn en welke zinnen ze al kunnen maken. De tekst die geschreven is wordt ook later in de week gereviseerd.
Dat doen we nu nog klassikaal omdat het een nieuwe strategie is. Met elkaar bespreken we de tekst van 1 leerling. We letten nu vooral op 2 dingen: 1. staan de woorden los, want anders kun je later de tekst moeilijk teruglezen.                                         2. is de zin klaar zet je een punt.
De tekst van de week hangt in een lijst aan de muur.

Tot slot hebben we het er met elkaar over gehad wat er nog meer aan onze dierentuin moet gebeuren. Kinderen gaven aan dat er nog naambordjes bij de hokken moeten komen, nog wegwijzers en een spuit. Daarop inhakend kwam naar voren dat er ook een dokter in de dierentuin is (nav het voorleesboek Lotje in de dierentuin). Alles is genoteerd en hangt op. Met de dokter in de dierentuin te halen kunnen we de activiteiten in de dierentuin later goed verbreden en nieuwe handelingsmogelijkheden toevoegen. (impuls 3 en 4).

Komende week gaan we ons verder orienteren mbt de dierentuin door met elkaar een dag naar blijdorp te gaan. En wie weet vinden we ook nog antwoorden op vragen die we hebben bedacht over wat we nog willen weten.